Naar de hoofdinhoud Naar de navigatie

Militaire voorouders

Wie stamboomonderzoek doet, komt vroeg of laat militaire voorouders of familieleden tegen. Dat wekt nieuwsgierigheid: wat deden ze in het leger, en waar waren ze geplaatst? Er zijn verschillende mogelijkheden om dat soort informatie te achterhalen. Soms kun je daarbij zelfs iets vinden over het uiterlijk van je militaire voorouders. Op deze themapagina lees je welke bronnen je kunt gebruiken bij je onderzoek naar militairen.

Beroepsmilitairen, dienstplichtigen en vrijwilligers

Door de eeuwen heen kunnen je voorouders of andere familieleden op meerdere manieren als militair actief zijn geweest, bijvoorbeeld als beroepsmilitair, dienstplichtig militair of vrijwilliger. Wat zij precies deden, hangt af van het legeronderdeel waarin ze dienden.

De landmacht en marine behoren tot de oudste legeronderdelen. De luchtmacht bestaat pas sinds 1913. Naast het reguliere leger ontwikkelde zich ook een koloniaal leger, dat actief was in Nederlands-Indië (het huidige Indonesië), en West-Indië (Nederlandse Antillen, Suriname en Kust van Guinea). Dit koloniale leger bestond niet alleen uit Nederlanders en andere Europeanen, maar ook uit niet-Europese militairen (zoals Molukkers en Afrikanen).

Er waren ook Nederlanders die vrijwillig de wapens opnamen en ten strijde trokken. Twee bekende voorbeelden zijn de ongeveer 2.000 Nederlanders die in Zuid-Afrika meevochten met de Boeren tijdens de tweede Boerenoorlog (1899-1902), en de 3.000 Nederlandse katholieken die de paus tussen 1861 en 1870 te hulp schoten toen de zelfstandigheid van de Pauselijke staat in gevaar kwam. Deze laatste groep vrijwilligers werden zouaven [link naar begrip Zouaven] genoemd. Zij vertrokken voor het grootste deel vanuit Oudenbosch naar Italië. In deze Noord-Brabantse plaats is ook het Nederlands Zouavenmuseum gevestigd.

Legerplaatsen

In Nederland lagen diverse garnizoensplaatsen [linken naar begrip Garnizoen], zoals Amersfoort, Utrecht en Breda.
Het kan lastig zijn de juiste garnizoensplaats te achterhalen. In dat geval is het boekje Vredesgarnizoenen van 1715 tot 1795 en 1815 tot 1940 van H. Ringoir een handig hulpmiddel. Daarmee kun je nagaan waar je militaire voorouder in het huwelijk is getreden, en waar eventuele kinderen zijn geboren of gedoopt. Je moet dan wel weten in welk regiment je voorouder heeft gediend. Omgekeerd kun je via het boekje van Ringoir ook het regiment achterhalen wanneer je weet in welke plaats je voorouder gelegerd was.

Hoe zagen ze eruit?

Het is tot op zekere hoogte mogelijk een beeld te krijgen van het uiterlijk van militaire voorouders of andere familieleden. Dat geldt zowel voor het fysieke uiterlijk alsvoor het uniform dat ze gedragen moeten hebben. Als je zelf niet beschikt over foto’s, kun je onder andere gebruikmaken van signalementen in militieregisters [link naar brontype Militieregister] en stamboeken [link naar brontype Militair stamboek], en prenten, foto’s en uniformen in de verzameling van het Nationaal Militair Museum.

Bronnen voor onderzoek naar militairen

Om onderzoek te kunnen doen in de verschillende militaire bronnen is het handig iets te weten over de ontwikkelingen van het leger. Hieronder wordt per tijdvak (middeleeuwen, vroegmoderne tijd en moderne tijd) kort een aantal van deze ontwikkelingen en de daarbij horende bronnen benoemd.

Vanwege de focus op de bronnen wordt niet gedetailleerd ingegaan op de Nederlandse militaire geschiedenis of de rangen, taken en belevenissen van de militairen uit de verschillende tijdvakken. Wil je daarover meer weten, dan kun je onder andere terecht bij het Nederlands Instituut voor Militaire Historie en het Nationaal Militair Museum. De website Nederlands Militair Erfgoed is een goed startpunt voor het doorzoeken van militaire collecties en bronnen. Daarnaast bevat ook de bibliotheek van het CBG de nodige publicaties die betrekking hebben op militairen (zoek maar eens op de termen ‘militair’, ‘militaire’, ‘militairen’, ‘soldaat’ en ‘soldaten’). Die kun je ter inzage aanvragen via de CBG Bibliotheek.

Tip

Vanaf de 19de eeuw kunnen in garnizoensplaatsen aparte bevolkingsregisters zijn aangelegd voor de militairen die daar gelegerd waren.

Tip

In mobilisatietijd werden militairen ook wel ingekwartierd bij burgers (bijvoorbeeld in 1870, 1914 en 1939/1940). Wanneer dat door de gemeente is vastgelegd kun je in lokale, regionale en provinciale archiefinstellingen informatie vinden over deze inkwartieringen.

Media

Het leger dat met de vorming van de Nederlandse staat werd opgericht, bouwde in zekere zin voort op een basis die al in de vroegmoderne tijd door het Staatse Leger [link naar begrip Staatse Leger] was gelegd. Een belangrijk verschil met de eerdere periode was echter dat er geen gebruik meer werd gemaakt van huurlingen, maar van dienstplichtigen (dat was een erfenis uit de Bataafs-Franse tijd [link naar begrip Bataafs-Franse tijd]). Tussen 1815 en 1938 vond de selectie daarvan plaats via loting. Daarna werd van iedere daarvoor in aanmerking komende man verwacht dat hij in dienst ging. Wel waren er omstandigheden die tot uit- of afstel van de dienstplicht konden leiden, zoals het volgen van een theologische studie of broederdienst [link naar begrip Broederdienst].

Verder is het goed te weten dat er naast het reguliere leger ook allerlei andere legerorganisaties ontstonden die in oorlogstijd inzetbaar waren, zoals de Landstorm (1813 en 1830), de Landweer (1901), de Vrijwillige Landstorm (1914) en de Bijzondere Vrijwillige Landstorm (1918). Zie voor meer informatie daarover het handige Informatieblad ‘Landstorm en Landweer’ op de website van het Erfgoedcentrum Zutphen.

Databases Nederlands Instituut voor Militaire Historie

Het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) beheert zes databases met informatie over Nederlandse militairen uit met name de moderne tijd. Zo kun je via de pagina ‘Online naslag’ op zoek gaan naar militaire voorouders, Nederlandse militairen in het leger van Napoleon, Nederlandse militairen in Duitse krijgsgevangenschap, leden van het Vrouwenhulpkorps, de Nederlandse koopvaardij in de Tweede Wereldoorlog en dapperheidsonderscheidingen.

Fonds 1815

Op 9 november 1815 werd ‘Fonds 1815’ opgericht, dat aanvankelijk het ‘Fonds ter aanmoediging en ondersteuning van de Gewapende Dienst in de Nederlanden’ werd genoemd. Het hield zich bezig met het inzamelen van geld dat aan slachtoffers van oorlogen werd uitgekeerd: bijvoorbeeld de slag bij Waterloo, de Belgische Opstand, oorlogshandelingen in Nederlands-Indië en de Tweede Wereldoorlog. Als je voorouders hierin zijn opgenomen, kun je via het Fonds 1815 nagaan waar ze precies hebben gevochten. Het archief van dit fonds (inclusief een latere aanvulling) wordt bewaard bij het Stadsarchief Amsterdam.

Het Fonds 1815 beschikt niet over de gegevens van alle slachtoffers, maar alleen van de person

  • volgnummer
  • naam, voornamen, geboorteplaats en -datum
  • beroep dat werd uitgeoefend voordat men in dienst ging
  • datum waarop men in dienst ging
  • naam legeronderdeel
  • rang en functie
  • datum van overlijden
  • grootte der ontvangen uitkeringen

Daarnaast kun je in bepaalde gevallen informatie terugvinden over het beroep dat werd uitgeoefend na ontslag uit het leger, eventuele opgelopen verwondingen, de oorlogshandelingen waarbij de betreffende persoon is gesneuveld en gegevens over nabestaanden. Het archief van Fonds 1815 bevat ook gegevens over de zogenoemde Waterloogratificaties. Dat waren financiële vergoedingen die aan de overlevenden van de slag bij Waterloo werden uitgekeerd, als dank voor hun inzet.

Lotingsadministratie

De lotingsadministratie [link naar brontype Lotingsadministratie] bestaat uit inschrijvingsregisters, alfabetische registers en lotingsregisters. Wie was ingeloot, kon tot 1898 tegen betaling een plaatsvervanger (remplaçant) inhuren om de dienstplicht te ontlopen.

Militieregister en militair stamboek

Het militieregister [link naar brontype Militieregister] is samen met het militair stamboek [link naar brontype Militair stamboek] de meest gebruikte bron voor onderzoek naar voorouders en andere familieleden die in het leger hebben gediend. Het bevat onder andere persoonsgegevens van de toekomstige militair en informatie over zijn uiterlijk (signalement), waaronder eventuele littekens of andere afwijkende kenmerken. De lengte werd aanvankelijk berekend in ellen, palmen, duimen en strepen. Op de website van het Meertens Instituut kun je met behulp van de database ‘De oude Nederlandse maten en gewichten’ de actuele waarden berekenen.

Het leger van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (hierna kortweg Republiek genoemd) uit de periode 1588-1795 staat ook wel bekend als het Staatse Leger. Dit was een beroepsleger dat uit huurlingen bestond, dikwijls buitenlanders als Duitsers, Zwitsers, en Schotten. Soms bleven ze na hun diensttijd in de Republiek, stichtten ze een gezin, en hebben ze nakomelingen tot in de huidige tijd. Van de legeradministratie uit deze periode, zoals lijsten met manschappen, is zeer weinig bewaard gebleven.

Het Staatse leger was goed en professioneel georganiseerd. De meeste soldaten werden ingezet als infanterie (soldaten te voet). Daarnaast werd gebruikgemaakt van cavalerie (soldaten te paard) en artillerie (kanonnen). Verder beschikte de Republiek over een marine. Die was in de vroegmoderne tijd vooral actief in Europese wateren om de belangen van de Republiek te verdedigen. Naast het beroepsleger vertrouwde men bij een vijandelijke inval ook op hulp vanuit de bevolking. Daartoe werden om de zoveel tijd zogenoemde lijsten van ‘weerbare mannen’ opgesteld.

Archief van de Raad van State

Het archief van de Raad van State [link naar brontype Raad van State] bevat onder andere zogenoemde stamboeken, conduitestaten, ranglijsten en recrutenlijsten met informatie over militairen die dienden in het Staatse Leger. Omdat het archief niet volledig bewaard is gebleven, wisselt het sterk wat je er per militair in aantreft.

Collecties Wakker en Wolters

Het CBG heeft enkele belangrijke verzamelingen voor het onderzoek naar militairen in het Staatse Leger. Het gaat om de collecties Wakker en Wolters. Luitenant-kolonel Willem Rutger Hendrik Wakker (1851-1924) verzamelde veel gegevens uit de Staten van Oorlog [link naar brontype Staten van Oorlog], de commissieboeken (aanstellingen) van de Raad van State [Link naar brontype Raad van State (vroegmoderne tijd], Zeeland en Groningen en verscheidene garnizoenslijsten [link naar begrip Garnizoen]. Hij concentreerde zich bij zijn onderzoek op de officieren, terwijl Hendrik Jan Wolters (1926-2010) ook oog had voor militairen met een lagere rang. Laatstgenoemde maakte afschriften van trouwinschrijvingen waarin militairen werden genoemd uit de periode 1648-1811.

Op dit moment worden beide verzamelingen gedigitaliseerd, waarna ze online beschikbaar komen. Dit is een langlopend project. Wil je meer weten over de mogelijkheden om in de tussentijd onderzoek te doen in de collectie Wakker of Wolters, neem dan contact op via collectie@cbg.nl.

Lijsten met weerbare mannen

De lijsten met weerbare mannen (ook wel monsterlijsten genoemd) geven per plaats een overzicht van alle mannen tussen de 16 (of 18) en 60 jaar die in staat werden geacht te strijden tegen de binnenvallende vijand. Deze bron maakt deel uit van de dorps- [link naar brontype Dorpsarchief] en stadsarchieven [link naar brontype Stadsarchief] die berusten bij lokale, regionale en provinciale archiefinstellingen.

Staten van Oorlog

De Staten van Oorlog [link naar brontype Staten van Oorlog] bevatten informatie over het Staatse Leger tot op het niveau van individuele compagnieën. Je kunt er niet alleen officieren maar ook militairen van een lagere rang in aantreffen.

In de middeleeuwen kon de landsheer [link naar begrip Landsheer] of landsvrouwe [link naar begrip Landsvrouwe] van een gewest [link naar begrip Gewest] in tijden van oorlog de mannelijke onderdanen uit dat gewest oproepen om mee te vechten. Het ging daarbij niet alleen om de leenmannen [link naar begrip leenman], maar ook om de dorpelingen en de poorters [link naar begrip poorter] van de steden. De stadsmilities die ten strijde trokken, bestonden onder andere uit de voet- en handboogschutters van de stedelijke schutterijen. Daarnaast werd gebruikgemaakt van soldeniers (huurlingen), die ook van buiten het gewest afkomstig konden zijn.

Er is niet veel Middeleeuws militair bronnenmateriaal te vinden. De bewaard gebleven informatie heeft vaak betrekking op aantallen geleverde manschappen en beschrijvingen van krijgsverrichtingen. Met uitzondering van de aanvoerders en andere adellijke strijders, komt het weinig voor dat de daarbij betrokken manschappen bij naam worden genoemd.

Kronieken

Middeleeuwse kronieken [link naar brontype Kroniek] zijn een interessante maar lang niet altijd objectieve bron voor de krijgsverrichtingen uit die tijd. Een goed voorbeeld is de beroemde slag bij Baesweiler uit 1371 (tussen de hertogen van Brabant en Gulik), die in meerdere kronieken wordt beschreven . De hertog van Barbant verloor deze slag, maar de kroniekschrijvers aan Brabantse kant hebben hun best gedaan om zijn rol zo positief mogelijk te beschrijven.

Landsheerlijk archief

Het landsheerlijk archief [linken naar bron Landsheerlijk archief] is een belangrijke bron als je meer wilt weten over de militaire organisatie van het betreffende gewest in de middeleeuwen en de daarbij betrokken personen. Denk bijvoorbeeld aan de rekeningen [link naar brontype Rekening] van landsheerlijke ambtenaren en de registers van de leenkamer [link naar begrip Leenkamer].

Stadsarchief

Met behulp van het stadsarchief kun je meer te weten komen over de stedelijke militaire organisatie in de middeleeuwen en de daarbij betrokken personen. Denk bijvoorbeeld aan de stadsrekeningen [link naar brontype Rekening] en de archieven van de schutterijen. De middeleeuwse gilden [link naar begrip Gilde] van voet- en handboogschutters kun je herkennen aan de beschermheilige die eraan verbonden was, zoals Sint Barbara, Sint Joris en Sint Sebastiaan. Schutters die vanaf de 15de eeuw een geweer gebruikten, werden kolveniers (of kloveniers) genoemd [link naar begrip Kolvenier]. Zij verenigden zich in kolveniersgilden.

Hoewel ook dorpen in de middeleeuwen in tijden van oorlog manschappen moesten leveren, zul je van deze groep waarschijnlijk weinig sporen terugvinden. Vergeleken met een stadsarchief [link naar brontype Stadsarchief] bevat een dorpsarchief [link naar brontype Dorpsarchief] over het algemeen veel minder middeleeuwse bronnen.