De Tweede Wereldoorlog beïnvloedde het leven van iedere Nederlander, maar niet voor iedereen op dezelfde manier. Zo waren er families die de bezettingsjaren redelijk ongeschonden doorstonden, en werden andere families enorm zwaar getroffen of na de oorlog met de nek aangekeken omdat zij met de vijand hadden geheuld. De keuzes die familieleden maakten en de dingen die hen overkwamen, zijn bepalend voor de bronnen die je moet raadplegen.
Er zijn allerlei mogelijkheden om onderzoek te doen naar het oorlogsverleden van familieleden. Het aanbod aan bronnen uit en over de Tweede Wereldoorlog in Nederland is groot, maar versnipperd. Zo’n vierhonderd instellingen in ons land beheren collecties over deze periode.
Netwerk Oorlogsbronnen (NOB), waar ook het CBG aan deelneemt, wil onderzoekers eenvoudig toegang geven tot de fysiek verspreide bronnen over de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust in het toenmalige koninkrijk der Nederlanden. Daartoe worden alle digitaal beschikbare verzamelingen geautomatiseerd aan elkaar gekoppeld. Zo krijg je een beter overzicht van wat er met individuele mensen in de oorlogsperiode is gebeurd. Via Oorlogsbronnen.nl kun je zoeken in al deze aan elkaar gekoppelde verzamelingen. Daardoor is deze website hét startpunt van een onderzoek naar personen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Naast originele bronnen vind je in de op Oorlogsbronnen.nl aangeboden artikelen ook allerlei informatie en kennis over de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust.
De algemene zoekmogelijkheden op Oorlogsbronnen.nl zijn erg handig, maar misschien wil je heel gericht weten welke bronnen over een bepaald onderwerp beschikbaar zijn. Bijvoorbeeld omdat een familielid in het verzet zat, of slachtoffer werd van de Holocaust. Daarom worden hieronder per onderwerp de belangrijkste beschikbare bronnen kort benoemd.
Vanwege de focus op de bronnen wordt niet ingegaan op bijvoorbeeld het dagelijks leven in oorlogstijd en de persoonlijke lotgevallen van mensen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Wil je daarover meer lezen, duik dan in de artikelen op websites als Oorlogsbronnen.nl en Tweedewereldoorlog.nl. Daarnaast kun je gebruik maken van de talloze papieren publicaties die over de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust zijn verschenen. Een deel daarvan is raadpleegbaar in de bibliotheek van het NIOD of kun je ter inzage aanvragen via CBG Bibliotheek (zoek maar eens op de onderwerpen “Tweede Wereldoorlog” en “Holocaust”).

Groepsportret in de Piet Joubertstraat te Apeldoorn bij de bevrijding in 1945. CODA via Europeana.
Toen op 10 mei 1940 nazi-Duitsland ons land binnenviel, beschikte het Nederlandse leger over zo’n 380.000 militairen en duizenden opgeroepen burgers. Ruim 16.000 van deze soldaten stierven tijdens de oorlog tijdens gevechten of in krijgsgevangenschap.
De namen van ongeveer 18.000 tijdens de Tweede Wereldoorlog omgekomen verzetsmensen, officieren en manschappen van de Koninklijke Marine, bemanningsleden van koopvaardijschepen, en KNIL-soldaten worden niet vergeten doordat ze staan vermeld op de ‘Erelijst van Gevallenen 1940-1945’. Vanaf 1960 bevindt de lijst zich in de hal van de Tweede Kamer. De Erelijst noemt plaats en data van geboorte en overlijden, en in het merendeel van de gevallen rang en functie. Er is ook een digitale versie van de Erelijst waarop – indien beschikbaar – foto’s van de personen worden getoond.
De Erelijst van Gevallenen is niet volledig doordat nabestaanden zelf de namen van de gevallenen dienden aan te dragen en dat lang niet in alle gevallen is gebeurd. Bij het Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies NIOD zijn de aanvraagformulieren te vinden waarmee nabestaanden de gegevens van omgekomen verzetsmensen voor de Erelijst konden opgeven.

Van gevangengenomen militairen die tijdens de Tweede Wereldoorlog bij het KNIL of de marine dienden en in Nederlands-Indië in Japanse kampen terechtkwamen, werd een interneringskaart aangelegd. Deze kaarten geven inzicht in bijvoorbeeld eenheid en rang, stamboeknummer, plaats en datum waar(op) de persoon krijgsgevangen is gemaakt, namen van de ouders van de geïnterneerde enzovoorts.
De bijna 50.000 kaarten zijn door het Nationaal Archief gedigitaliseerd en zijn op naam te doorzoeken. Vanwege privacybescherming zijn alleen de kaarten in te zien van de personen die meer dan honderd jaar geleden zijn geboren. Jaarlijks wordt het bestand uitgebreid.

Interneringskaart van Jacobus Johny Freemouw, Collectie Nationaal Archief.
Omdat een deel van de Nederlandse beroepsofficieren deelnam aan verzetsactiviteiten verordonneerde Hitler in mei 1942 dat alle officieren krijgsgevangen gemaakt moesten worden. Nog diezelfde maand werden een kleine drieduizend Nederlandse militairen naar Duitse krijgsgevangenkampen afgevoerd. Het Nationaal Archief bewaart overzichten met (persoons)gegevens van deze gevangengenomen militairen en materiaal over de manier waar op de geïnterneerde militairen in Duitsland werden behandeld en de wijze van repatriëring. Ze kunnen ter inzage worden aangevraagd via de website van het Nationaal Archief.
De Oorlogsgravenstichting draagt zorg voor de tienduizenden wereldwijd verspreide graven van Nederlandse oorlogsslachtoffers. De organisatie heeft een archief opgezet met daarin de gegevens van 180.000 Nederlanders die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen. Van hen hebben 130.000 geen aanwijsbaar graf. Op verzoek verstrekt de stichting informatie aan nabestaanden. Via de website kan op naam van oorlogsslachtoffers gezocht worden.
Het Ministerie van Defensie bewaart de stamboeken [link naar brontype Militair stamboek] waarin de militairen geregistreerd zijn die bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in het Nederlandse leger dienden. Op verzoek kan informatie uit het persoonsarchief worden opgevraagd. Van soldaten van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) wordt het stamboek bewaard door het Nationaal Archief. Voor het onderzoek naar militairen bij het KNIL is een onderzoeksgids beschikbaar.
Tijdens de bezetting door nazi-Duitsland werden er in Nederland tienduizenden Duitse militairen gelegerd. Daaronder bevonden zich ook heel wat vrouwen, die vooral ondersteunende functies vervulden.

Twee mannelijke Duitse militairen en drie vrouwelijke Duitse militairen kijken uit over het landschap vanuit de uitkijk van een bunker. Op de achtergrond weilanden. Rijksmuseum.
Tijdens de bezetting zijn vermoedelijk tussen de 13.000 en 15.000 kinderen geboren uit verhoudingen die Duitse soldaten aanknoopten met Nederlandse vrouwen. Dikwijls raakten de vaders na de oorlog uit beeld. Een zoektocht naar de biologische vader is complex. Veel materiaal is verloren gegaan. Het NIOD biedt enkele aanknopingspunten voor onderzoek en het Nationaal Archief heeft een onderzoeksgids opgesteld met tips voor verder onderzoek. Ook kan informatie worden ingewonnen bij de Contactgroep Kinderen Duitse Militairen en bij het Bundesarchiv in Berlijn. Bij deze archiefinstelling is sinds 2018 het archief van de Deutsche Dienststelle (WASt) ondergebracht, een instituut dat de registraties beheerde van Duitse Wehrmacht-militairen.

Een Wehrmacht-militair, een oudere vrouw en een lid van de NSB leunen op een vensterbank. Rijksmuseum | Publiek Domein.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden Joden, Roma en Sinti systematisch vervolgd en vermoord. Ongeveer 107.000 mensen met een Joodse achtergrond werden tijdens de oorlog vanuit Nederland naar Duitse concentratiekampen gedeporteerd. Amper 5.000 van hen keerden na de bevrijding terug.

Houten verbodsbord met opschrift “Voor Joden Verboden”, gebruikt in de Tweede Wereldoorlog. Collectie CODA via Europaeana.
In 1941 werd door de Duitse bezetter de aanmeldingsplicht en registratie uitgevaardigd ‘voor mensen van geheel of gedeeltelijk joodschen bloede’. Het CBG bewaart het archief Calmeyer, bestaande uit personendossiers van mensen die gedurende de bezettingsjaren meenden dat ze ten onrechte als jood werden bestempeld en op basis van (veelal vervalste) genealogische documenten daartegen bezwaar maakten.
De collectie bevat zo’n 5.700 namen. De dossiers zijn in verband met de privacy beperkt toegankelijk. Op afspraak kunnen uitsluitend betrokkenen en hun familie toegang krijgen.

Foto’s uit een Calmeyer-dossier als bewijs bij het bezwaarschrift tegen registratie als Jood. Het niet-openbare Calmeyer-archief is een interessante bron voor Oorlogsonderzoek. Collectie CBG.
Voor onderzoek naar Joodse voorouders die in de Tweede Wereldoorlog zijn vermoord, is het Joods Monument een beginpunt. Deze digitale gedenkplek geeft informatie over de meer dan honderdduizend in Nederland woonachtige Joden die de Holocaust niet overleefden. Voor elk individu is een aparte gedenkpagina beschikbaar met daarop informatie over bijvoorbeeld geboorte- en sterfdata, laatste woonadres, verwanten, etc. Bij een groot aantal slachtoffers is een foto of korte levensschets geplaatst. Bij sommige namen is vermeld dat ze voorkomen in de database CABR-slachtoffers, waarmee informatie over de arrestatie in het CABR (Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging) gevonden kan worden. Het Joods Monument is online op naam te doorzoeken.

Persoonspagina van Mary Prins in het digitale Joods Monument, mobiele weergave.
In sommige gevallen wordt op het Joods Monument vermeld vanuit welk doorgangskamp de betreffende persoon naar Polen is gedeporteerd, maar lang niet altijd. Kamp Westerbork beheert de database ‘Een naam en een gezicht’ met de namen van de mensen die in het kamp vastzaten. Bronnen uit diverse archiefinstellingen worden gekoppeld aan de namen van de slachtoffers, zodat van elk individu een steeds completer beeld ontstaat. De database is sinds 2024 online te raadplegen.
Voor familieleden die (mogelijk) in Amersfoort of Vught gevangen zaten, kan bij Nationaal Monument Kamp Amersfoort en Nationaal Monument Kamp Vught informatie worden ingewonnen.

In opdracht van kampcommandant Albert Gemmeker legt Rudolf Breslauer het leven in kamp Westerbork vast in het voorjaar van 1944. Hij filmt onder andere de aankomst van Joodse burgers in het kamp en het dagelijks leven. Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid
De namen en biografische details van meer dan driekwart van de zes miljoen vermoorde Joden zijn verzameld door Yad Vashem in de Central Database of Shoa Victims’ Names, die online doorzoekbaar is. Ook in de online database Righteous Among The Nations komen de namen en levensverhalen voor van Joden aan wie gedurende de bezettingsjaren steun is verleend.

Jodensterren van katoen. Collectie CODA via Europeana.

Joden dienden niet alleen duidelijk zichtbaar een ster te dragen, maar vanaf juli 1941 ook een persoonsbewijs bij zich te hebben waarin een stempel met een hoofdletter ‘J’ was aangebracht. Afgebeeld is het persoonsbewijs van Anna Koppens met daaronder een vervalst exemplaar voor de zelfde persoon (W. de Vaan). Stadsarchief ’s-Hertogenbosch.
Tijdens de bezettingsjaren waren er Nederlanders die de Duitse bezetter steunden, bijvoorbeeld door te helpen bij de Jodenvervolging, het verraden van onderduikers en verzetsleden of door toetreding tot Duitse strijdkrachten. Na de oorlog werden zij vervolgd. Wat daarvan aan documentatie bewaard is gebleven, kan je helpen vragen te beantwoorden over mogelijk collaborerende familieleden.

Affiche “Sluit u aan bij de NSB”, 1939-1945. Stadsmuseum Harderwijk via Europeana.

Drie leden van de Binnenlandse Strijdkrachten bewaken een groep collaborateurs bij een kerkgebouw in het Gooi, mei 1945. Nationaal Archief
Zo’n driehonderdduizend Nederlanders werden na de Tweede Wereldoorlog beschuldigd van collaboratie. Een deel van hen kreeg door de Bijzondere Gerechtshoven zware straffen opgelegd, bijvoorbeeld omdat de veroordeelde was betrokken bij de jacht op joden en verzetsmensen. Maar het kon ook gaan om minder beladen zaken, zoals toetreding tot de NSB. Soms was de verdenking ongegrond.
Van meer dan driehonderdduizend verdachten is het dossier aanwezig in het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR), dat wordt bewaard door het Nationaal Archief. Naast gerechtelijke stukken zijn in deze CABR-dossiers soms stukken van persoonlijke aard te vinden: foto’s, agenda’s, brieven en ander bewijsmateriaal dat uit het bezit van de verdachte in beslag werd genomen. Sinds januari 2025 is het mogelijk zelf CABR-dossiers te reserveren en in de studiezaal van het Nationaal Archief in te zien. Je mag er alleen geen foto’s of scans van maken. Als je wilt weten of er een dossier over een bepaald persoon bestaat, kun je op naam zoeken op de website Oorlog voor de Rechter. Als er inderdaad documentatie over de gezochte persoon aanwezig is, kun je de stukken via die site reserveren. Je wordt vervolgens doorgeleid naar de website van het Nationaal Archief om een afspraak voor inzage te maken. Meer informatie over de aanvraagprocedure vind je op de website van het Nationaal Archief.

Strafkamp te Vught waar Nederlandse collaborateurs en landverraders werden opgesloten. Ze zijn gekleed in de blauw-wit gestreepte gevangeniskleding van de voormalige door de Duitsers gevangengenomen Nederlanders, juni 1945. Collectie Anefo via Nationaal Archief.
Ongeveer 25.000 Nederlanders traden gedurende de oorlog in dienst bij Duitse strijdkrachten. Hoewel een groot aantal documenten over hun tijd in vreemde krijgsdienst verloren is gegaan, bewaren het Militärarchiv te Freiburg (onderdeel van het Bundesarchiv) en de Deutsche Dienststelle/WASt te Berlijn persoonsdossiers van buitenlanders die voor Duitsland vochten. Via de website van beide instellingen kun je informeren of er gegevens van een familielid worden bewaard.
Bij de Volksbund Deutsche Kriegsgräberfürsorge, oftewel de Duitse Oorlogsgravenstichting, kan informatie worden ingewonnen over Nederlandse soldaten die mogelijk in Duitse krijgsdienst zijn gesneuveld of vermist geraakt. Ook het Rode Kruis is hiervoor een belangrijk startpunt.
Terwijl over ‘fout’ Nederland relatief veel bewaard is gebleven, is een zoektocht naar gegevens over personen die in verzet kwamen tegen de bezetter vaak minder eenvoudig. Toch zijn er mogelijkheden op zoek te gaan naar verhalen over familieleden die weerstand boden aan het nationaalsocialisme. Verzet nam vele vormen aan: groot en klein, georganiseerd en spontaan, gewelddadig en vreedzaam. Via onderstaande bronnen kun je een begin maken met het zoeken naar het antwoord op de vraag of een persoon op enige manier verzetsactiviteiten heeft ontplooid.

Foto gemaakt in opdracht van de Sicherheitsdienst (SD) van personen die verdacht werden van verzet, onder meer leden van de groep CS 6. Stadsarchief Amsterdam | Archief van de politie.
In september 1944 bundelden de belangrijkste verzetsgroeperingen hun krachten met de oprichting van de Binnenlandse Strijdkrachten. In het Nationaal Archief bevinden zich persoonsdossiers van een deel van de strijdkrachten, met daarin documenten als registratieformulieren, uitbetalingslijsten en een enkele keer gegevens over een onderscheiding. De dossiers bevatten bijna nooit gegevens over verzetsactiviteiten en zijn beperkt openbaar. Op verzoek kan het Nationaal Archief informatie uit dossiers verschaffen; de voorwaarden daarvoor vind je op de website van het Nationaal Archief. Ook het Ministerie van Defensie bewaart persoonsdossiers van de Binnenlandse Strijdkrachten. Via de website van het persoonsarchief van het ministerie kun je een verzoek indienen om gegevens uit deze dossiers te ontvangen.

Verzetsspeld Binnenlandse Strijdkrachten, geschonken door Tony van Renterghem. Rijksmuseum.

Verzetsman Tony van Renterghem, gefotografeerd na de oorlog voor een serie over het Nederlandse verzet. Nationaal Archief
Gedurende de bezettingstijd werd het huis van bewaring van Scheveningen gebruikt om politieke tegenstanders van het naziregime op te sluiten. Geschat wordt dat in totaal zo’n 25.000 tot 30.000 mensen korte of langere tijd vastzaten in het Oranjehotel, zoals de gevangenis al snel werd genoemd. Ruim tweehonderd van hen werden op de nabijgelegen Waalsdorpervlakte door de Duitsers doodgeschoten. Nog eens meer dan vijfhonderd gevangenen vonden de dood in Duitse concentratiekampen.
Ter herinnering aan al deze gestorvenen zijn na de bevrijding vier “Doodenboeken” gemaakt, bestaande uit de namen van de overledenen, een foto en een korte levensbeschrijving. Via de website van het Nationaal Archief zijn de Dodenboeken op naam te doorzoeken en als scan in te zien. Het Nationaal Monument Oranjehotel beschikt daarnaast over een digitaal namenregister dat meer namen bevat dan de Dodenboeken en via de website kan worden geraadpleegd.
Het CABR bevat niet alleen gegevens over de personen die na de bevrijding werden beticht van samenwerking met de bezetter, maar geeft ook informatie over hun slachtoffers. Op basis van de CABR-dossiers van zo’n vierhonderd fanatieke jagers op Joden en verzetsmensen is een database samengesteld met de namen van negenduizend opgepakte Joden en twaalfduizend gearresteerde verzetsmensen. Van die personen kan soms het verhaal van hun arrestatie in het CABR-dossier van de dader worden opgespoord.
Om na te gaan of een persoon in de database CABR-slachtoffers voorkomt en voor een afspraak voor inzage kun je contact opnemen met het Nationaal Archief. De definitie van verzet is in deze database breed opgevat: van gewapende overvallen tot het dragen van een oranje bloem in het knoopsgat. De hoeveelheid informatie over de arrestaties verschilt sterk van geval tot geval.
Tussen 1941 en 1945 zaten zo’n tweeduizend Nederlanders gevangen in concentratiekamp Dachau. Het waren hoofdzakelijk verzetsmensen die vanuit andere kampen en gevangenissen naar het bij München gelegen Dachau werden overgebracht. Hun namen worden vermeld in de database Geen nummers maar namen, samengesteld door het Verzetsmuseum Amsterdam. Van sommige gevangenen zijn biografische gegevens opgenomen.
Waar kun je verder zoeken wanneer je slechts beschikt over wat summiere gegevens, of er alleen wat geruchten binnen de familie de ronde doen dat opa tijdens de oorlogsjaren in Duitsland zat? Was hij er tewerkgesteld, zat hij in een concentratiekamp of had hij zich misschien aangesloten bij de SS? Personen die tussen 1940 en 1945 mogelijk buiten Nederland verbleven, zouden gevonden kunnen worden via de volgende archieven en organisaties.

Onbekende repatrianten, oorspronkelijke bijschrift “Repatriërende Nederlanders arriveren in Noord-Brabant”, Venlo mei 1945. Anefo via Nationaal Archief | Publiek domein.
Vanaf het voorjaar van 1942 werden Nederlandse mannen gedwongen tewerkgesteld ten behoeve van de Duitse oorlogseconomie. De omstandigheden in de Duitse fabrieken, werkplaatsen en verblijven waren veelal slecht. In totaal ging het om meer dan zeshonderdduizend Nederlandse arbeiders.
De registratie van de dwangarbeiders was een taak voor de gewestelijke arbeidsbureaus in Nederland. Indien niet verloren gegaan, zijn de archieven van deze instellingen bij een lokale archiefinstelling te vinden. Daarnaast vind je op de website van het Nationaal Archief de Collectie Arbeidsinzet van het Nederlandse Rode Kruis, die op naam te doorzoeken is. De informatie daarin is vrijwel alleen afkomstig uit Duitsland. De collectie bevat dus geen gegevens over Nederlanders die in Nederland, Frankrijk of andere Europese landen te werk werden gesteld. Houd er rekening mee dat een groot deel van het archief verloren is gegaan; niet iedereen die in Duitsland te werk is gesteld, komt in het archief voor.

Pamflet dat in november 1944 werd verspreid, o.a. tijdens de Razzia van Rotterdam. Collectie Museon via Europeana.
Slachtoffers van de Holocaust, concentratiekampgevangenen, tewerkgestelden en hun nabestaanden kunnen ook een aanvraag om informatie indienen bij de Arolsen Archives (voorheen International Tracing Services). Je kunt ook in hun online database zoeken. De Arolsen Archives, gevestigd te Bad Arolsen (Hessen), is een voortzetting van de zoekdienst van de Verenigde Naties en het Rode Kruis Duitsland. Met bijna 26 kilometer aan materiaal dat handelt over zo’n 17,5 miljoen mensen, is het de grootste archiefbewaarplaats voor onderzoek naar personen in de Tweede Wereldoorlog.
Na de Tweede wereldoorlog hebben Duitse ambtenaren van de burgerlijke stand in opdracht van de geallieerden afschriften gemaakt van akten van geboorte, huwelijk en overlijden die betrekking hadden op buitenlanders die tijdens de oorlog al dan niet gedwongen in Duitsland verbleven. Het CBG beheert de afschriften die betrekking hebben op Nederlanders in de verzameling Duitse akten.
In de akten kunnen ook persoonsgegevens van de ouders van de betreffende persoon opgenomen zijn. De overige gegevens op de akten, zoals een plaats van overlijden, beroep, religie of doodsoorzaak kunnen inzicht geven in de reden van verblijf in Duitsland.
In de verzameling Duitse akten zijn ook sporadisch akten te vinden van overlijdens in een concentratiekamp, evenals akten die door Duitse ambtenaren in Nederlandse kampen (onder meer kamp Vught) zijn opgemaakt. Van sommige gemeenten zijn akten van ver vóór de Tweede Wereldoorlog gekopieerd.
De Duitse akten zijn gedigitaliseerd en beschikbaar via onze website WieWasWie. Een zoekopdracht op familienaam geeft alle vermeldingen van Duitse akten onder de noemer Oorlogsbronnen.

Afschrift van de overlijdensakte van de Joodse Leendert de Beer, die op 16 Augustus 1944 in Kamp Vught overleed, volgens de akte aan ‘Herz und Kreislaufschwäche bei Altersschwäche’. CBG | Duitse akten overlijden.
In 1909 werd het Rode Kruis door de Nederlandse overheid belast met de taak de familie van soldaten die tijdens een oorlog gewond raakten, krijgsgevangen werden gemaakt of sneuvelden, te informeren over het lot van hun dierbaren. Direct na de Tweede Wereldoorlog kwam daar een opdracht bij: het opsporen van vermiste landgenoten. Zodoende heeft het Rode Kruis een grote collectie aangelegd die mogelijk informatie over jouw familielid bevat.
Bij elkaar heeft het archief documenten over zo’n 1,5 miljoen mensen: van militairen tot mannen die in het kader van de Arbeidsinzet in Duitsland werden tewerkgesteld; van gedeporteerde mensen met een Joodse achtergrond tot personen die in een Jappenkamp werden geïnterneerd; van vermiste Nederlandse SS’ers tot gefusilleerde verzetswerkers. Al dat archiefmateriaal heeft niet alleen betrekking op de oorlogsjaren in Europa, maar ook op de situatie in Nederlands-Indië.
Het Rode Kruisarchief berust bij het Nationaal Archief in Den Haag. Het archief is beperkt openbaar. Via de website van het Nationaal Archief kan een aanvraag tot inzage worden ingediend.

Administratie van de afgevoerden en vermisten door de heer Punt, leider van de Rode Kruisactie in Putten. Anefo via Nationaal Archief.
Het CBG beschikt over meer dan tienduizend gedigitaliseerde Rode Kruiskaarten waarop gegevens worden vermeld van Nederlanders die tijdens de oorlog in Duitsland of Oost-Europa stierven. De verzameling komt voort uit het kaartsysteem dat het Rode Kruis gebruikte om informatie over vermiste personen bij te houden.
Op de Rode Kruiskaarten staat vermeld waar de betreffende persoon is overleden en of er al dan niet een graf is. Ook staan er vaak bijzonderheden over de omstandigheden waaronder de betreffende persoon is overleden of begraven. Naam en adres van degene die de informatie heeft verstrekt – de informant – staan ook op de kaart.
De verzameling is via onze website CBG Verzamelingen te doorzoeken en te raadplegen. Een zoekopdracht op familienaam geeft alle vermeldingen van Rode Kruiskaarten onder de noemer Oorlogsbronnen.

Rode Kruiskaart over Adriaan de Vos, die overleed ’tengevolge van ondervoeding en mishandeling in ‘Arbeits Erziehungs Lager Grossberen’’. Tevens vermelding van de informant uit Amsterdam. CBG | Rode Kruiskaarten.
Na afloop van de Tweede Wereldoorlog zijn er verschillende onderscheidingen uitgereikt voor getoonde moed en verleende steun. Een aantal van deze onderscheidingen wordt hieronder kort besproken.

Koningin Beatrix reikt verzetsherdenkingskruisen uit, 5 mei 1981. Collectie Anefo via Nationaal Archief.
De Militaire Willemsorde, het Bronzen Kruis, het Kruis van Verdienste, de Bronzen Leeuw: van deze en andere onderscheidingen die voor getoonde moed tijdens de Tweede Wereldoorlog werden uitgereikt, bewaart het Nationaal Archief documentatie over de aanvraag, toekenning of afwijzing van onderscheidingen. Via de website van het Nationaal Archief kun je nagaan hoe je dit materiaal kunt inzien.
Europeanen die tijdens de Tweede Wereldoorlog geallieerde piloten hadden geholpen, werden in 1946 door de Verenigde Staten onderscheiden. De National Archives and Records Administration te Maryland beschikt over wat de Helpers’ Files zijn gaan heten: de documentatie van het onderzoek dat is verricht om te beoordelen wie waarom voor de onderscheiding in aanmerking kwam. De lijst met personen is doorzoekbaar via de website van de National Archives.
Ter gelegenheid van 35 jaar bevrijding werd in december 1980 bepaald dat leden van het voormalige verzet het Verzetsherdenkingskruis konden aanvragen. In totaal kregen 15.000 mensen het kruis uitgereikt. Hun namen staan vermeld in het Gedenkboek verzetsherdenkingskruis, in 1985 uitgegeven door het Nationaal Comité Verzetsherdenkingskruis en onder andere te vinden in de bibliotheek van het CBG. De bescheiden die betrekking hebben op de aanvraag en toekenning van de kruizen worden bewaard door het Ministerie van Defensie en zijn via de website van het persoonsarchief van het ministerie op te vragen.
Het Israëlische Holocaust herinnerings- en documentatiecentrum Yad Vashem eert sinds 1963 al degenen die tijdens de Tweede Wereldoorlog mensen met een Joodse achtergrond hebben helpen overleven. Inmiddels is aan meer dan vijfduizend Nederlanders de titel ‘Rechtvaardige onder de Volkeren’ toegekend. Hun namen zijn terug te vinden in de online database van Yad Vashem. In de meeste gevallen is hun oorlogsverhaal na te lezen.
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Quisque posuere tincidunt sodales. Integer auctor semper dui, aliquam varius lacus aliquet sed. Phasellus sodales massa ac velit dapibus, non finibus dolor feugiat. Quisque quis scelerisque ligula, at condimentum nisl. Pellentesque quis venenatis orci, at facilisis odio. Fusce eget rutrum sapien. Morbi sit amet lectus nisl. Phasellus id nisl consequat, faucibus quam eget, elementum augue. Nulla magna libero, imperdiet eu lorem et, commodo hendrerit est. Ut condimentum risus vitae nisi vehicula, vitae eleifend dui convallis.