Iemand aan wie je verwant bent via een huwelijk.
Alle gegevens die iets vertellen over het leven van je voorouders. Ze maken het mogelijk je stamboom verder aan te kleden en geven meer kleur aan de personen die erin voorkomen.
Afgebakende groep mensen die van oudsher op basis van hun afstamming een bevoorrechte positie hebben in de maatschappij. Vaak hadden de voorouders van adellijke families ook al belangrijke posities en gaven zij hun macht en bezit door. De adellijke status (met bijbehorende titel) kan alleen in de mannelijke lijn worden doorgegeven.
Biologische afstamming is de verwantschap die familieleden met elkaar delen. Wettelijke verwantschap is die op papier, bijvoorbeeld door erkenning of door huwelijk.
Het principe waarbij je als kind van een Nederlandse vader of een buitenechtelijk kind van een Nederlandse moeder automatisch de Nederlandse nationaliteit verkreeg. Daarnaast kregen buitenlandse vrouwen die met een Nederlandse man trouwden eveneens het Nederlanderschap. Dit principe werd ingevoerd in 1892.
De lijn waarlangs iemand afstamt van een bepaalde voorouder.
Het onbewezen idee van een bepaalde voorouder af te stammen, bijvoorbeeld iemand van een koningshuis, iemand uit een ver oord of Karel de Grote.
Overzicht van het archief met informatie over de archiefvormer, historische achtergrond en de inventarisnummers binnen dat archief.
Oude naam voor rechtbanken binnen een bepaald arrondissement (rechtsgebied).
Voorouder in de rechte opgaande lijn, zoals ouder, grootouder, overgrootouder.
Het DNA dat wordt overgeërfd van beide ouders via de 22 paar autosomen (niet-geslachtshormonen), waardoor het geschikt is voor het opsporen van familiebanden en verwantschappen.
De huidige digitale bevolkingsadministratie met persoonsgegevens van de nog levende en overleden inwoners van Nederland.
Kind dat buiten een wettelijk huwelijk is geboren.
Benaming van de periode waarin alle regio’s binnen de grenzen van het huidige Nederland onder Franse invloed stonden (1795-1813).
Familienaam die verwijst naar het beroep dat de eerste naamdrager uitoefende.
De vastlegging van (een deel van) een bevolking door overheidsinstanties. Men kreeg hiermee inzicht in de samenstelling van de inwoners of bepaalde beroepsgroepen in een stad of dorp.
Een naam die anderen je geven op basis van een uiterlijk kenmerk of karaktereigenschap.
Het in jargon beschrijven van een familiewapen.
Iemand aan wie je verwant bent door afstamming.
Vrijstelling van de dienstplicht omdat er al voldoende oudere broers in dienst zijn geweest.
Buiten het wettelijk huwelijk geboren.
Registers waarin de gemeente belangrijke levensgebeurtenissen vastlegt. Deze bevatten geboorten, huwelijken, overlijdens, echtscheidingen en geregistreerde partnerschappen.
De eenheid die aangeeft hoeveel DNA je deelt met een DNA-match.
Register van de notariële beroepsorganisatie waarin is vastgelegd wie een testament heeft opgesteld, op welke datum en bij welke notaris.
Zie oorkonde.
Afstammeling.
Afkorting van Deoxyribonucleic acid. Het erfelijke materiaal in je lichaamscellen dat bepaalt wie je bent, en dat met veranderingen (mutaties) wordt doorgegeven aan de volgende generatie.
Registers die werden bijgehouden door de kerken. Hierin werden dopen (d) genoteerd, het trouwen (t) van echtparen, en de datum van begraven (b) van overledenen.
Het juridisch vastleggen van het ouderschap van een kind. Zonder huwelijk of geregistreerd partnerschap is het nodig een kind te erkennen of echten om juridisch ouder te worden.
Familienaam die verwijst naar een (lichamelijke) eigenschap van de eerste naamdrager.
Overleden persoon die een erfenis heeft nagelaten.
Een juridische handeling waardoor iemand ouder van een kind wordt. Dit kan ook plaatsvinden door een huwelijk. In het verleden kwam erkenning door zowel de moeder als de vader voor.
(Verhalende) geschiedenis van een familie met historische context.
Achternaam, de naam die de leden van een familie voeren en doorgeven aan de volgende generaties.
Een erfelijk gekleurd embleem van een familie gebaseerd op het schild van een Europese middeleeuwse krijger. Het vererft in de regel op de naamdragende nakomelingen. Vanaf 2024 kan dit dus ook via de vrouwelijke lijn zijn.
Benaming van een maatschappelijk systeem dat in de middeleeuwen ontstond, waarbij een leenheer zich verzekerde van militaire bijstand en persoonlijke trouw van zijn leenmannen door leengoederen aan hen in leen uit te geven (feudum is een Latijnse benaming voor leen).
Ander woord voor bladzijde of pagina. Meestal begint de nummering op de rechterzijde. Dit nummer loopt niet gelijk aan het paginanummer en het nummer van de scan bij een digitale bron.
Militaire term voor een groep soldaten of militaire onderdelen die op een bepaalde plaats zijn gestationeerd. Aanvankelijk was dat tijdelijk, maar later werd dit een permanente vestiging.
Het principe waarbij je automatisch het Nederlanderschap ontving wanneer je op Nederlandse grond was geboren (dat wil zeggen in Nederland of in de koloniën) uit ouders die daar gevestigd waren. De nationaliteit van je ouders speelde daarbij geen rol. Dit principe was gangbaar in de negentiende eeuw, en werd pas in 1892 vervangen door het afstammingsprincipe.
Bestandstype waarmee digitaal gegevens van stambomen en personen kunnen worden uitgewisseld.
Benaming voor de eerste digitale versie van het bevolkingsregister die van 1 oktober 1994 tot 6 januari 2014 werd gebruikt.
Het (wetenschappelijk) onderzoek naar verwantschapsrelaties. De term wordt ook gebruikt voor een overzicht van alle naamdragers van een familie.
Bewijs van iemands afstamming, bij voorkeur op basis van meer dan één bron.
De persoonsnamen en de informatie over geboorte, huwelijk en overlijden die je op de persoonskaarten en -lijsten aantreft. Ze vormen de basis van iedere stamboom.
Andere benaming voor de lokale rechtbank (in Holland bijvoorbeeld bestaande uit schout en schepenen). Ook gebruikt in de uitdrukking ‘trouwen voor het gerecht’ (de plaatselijke overheid) in plaats van voor de kerk. Dit werd voor 1811 gedaan door Nederduits Gereformeerden.
Ander woord voor familienaam.
Een gebied dat in de middeleeuwen en vroegmoderne tijd werd bestuurd door een landsheer of landsvrouwe.
Een overzicht van het volledige gezin van een persoon uit het verleden.
Een belangenorganisatie voor personen met hetzelfde beroep. Gilden werden opgericht in de middeleeuwen en hebben ook in de vroegmoderne tijd een belangrijke rol gespeeld.
Datumberekening genoemd naar paus Gregorius XIII, die deze verbetering van de voorgaande Juliaanse kalender invoerde. In de Nederlanden werd de nieuwe kalender door sommige gewesten vanaf 1582 gevolgd, door andere pas vanaf 1701.
Een juridisch medewerker die een rechter of gemeenteraad ondersteunt. Bij een rechtbank maakt hij of zij processen-verbaal op, helpt bij de voorbereiding van zaken en het opstellen van vonnissen.
Een kruisje of teken dat mensen die niet konden schrijven onder een document zetten.
Ondertekening van een document met meestal een verkorte of ‘snelle’ versie van de naam van de ondertekenaar.
Een haplogroep is een genetische groep van mensen die een gemeenschappelijke voorouder delen op een specifieke afstammingslijn, ofwel de vaderlijke (Y-DNA) ofwel de moederlijke (mtDNA).
Traditionele dekking van het schild op een familiewapen. In Nederland meestal een traliehelm, frontaal of schuin van opzij afgebeeld.
Ook dekkleden genoemd. Van de wrong afhangende decoratieve stroken stof op een familiewapen. Meestal aan de buitenzijde van kleur (rood, blauw, groen, zwart) en aan de binnenzijde van metaal (goud, zilver).
Een essentieel driedimensionaal symbolisch element dat uit de wrong oprijst en inhoudelijk ‘resoneert’ met het schild op een familiewapen.
Wetenschap die familiewapens bestudeert.
Familienaam die verwijst naar een plaats, regio of land van herkomst (ook wel toponiem genoemd).
Rechtscollege samengesteld uit een volksjury en belast met het bestraffen van misdaden en politieke delicten. Het werd in 1791 in Frankrijk ingesteld en tijdens de Franse overheersing ook ingevoerd in het gebied dat nu uit Nederland en België bestaat. Het werd in 1816 in Nederland afgeschaft, maar na de Belgische onafhankelijkheid in 1831 daar weer ingevoerd.
Overzicht van de inhoud of bestandsdelen van een bron of archieftoegang.
Een overzicht van alle stukken die in een bepaald archief zitten.
Kalender waarbij door foute berekening de datum ging scheeflopen met de seizoenen. Deze werd opgevolgd door de Gregoriaanse kalender, die feitelijk slechts een correctie was van de Juliaanse.
Een overheidsinstantie die bijhoudt wie eigenaar is van vastgoed, zoals huizen en grond.
Lokale lage rechtbank, die de minder ernstige zaken behandelde. Opgeheven in 2002 en toen opgegaan in de rechtbank.
(-systeem, -nummer, ook wel Sosa genoemd) – Systeem voor het opstellen van je kwartierstaat waarbij je jezelf nummer 1 toebedeelt, je vader 2, je moeder 3, grootvader van vaderskant 4, en zo verder. Alle mannen hebben een even nummer en de vrouwen een oneven.
Ingang op een bron, vaak alfabetisch of chronologisch geordend. Hiermee zoek je makkelijker in de originele archiefbron omdat bijvoorbeeld alle kinderen die in een bepaalde plaats zijn geboren op achternaam zijn gesorteerd. Handig in het niet-digitale tijdperk.
Het verplicht afwisselend gebruik van kleuren (rood, blauw, groen, zwart) en metalen (goud, zilver) op een familiewapen. Er zijn echter historische uitzonderingen.
Afkorting van Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (1814-1950), in de voormalige Nederlandse kolonie, wat nu Indonesië is. Veel Indische families waren generaties lang verbonden met dit leger.
Boek met de namen van personen die belasting moeten betalen, plus de bedragen die zij verschuldigd zijn.
Een man die bewapend was met een geweer. De naam is afgeleid van de culverin (ook wel clover of veldslang genoemd). Dit wapen werd ontwikkeld in de 15de eeuw en was een soort eenvoudiger voorganger van het musket.
Persoon van wie je de kwartierstaat opstelt.
Herhaling van de voorouders omdat dezelfde persoon meerdere malen voorkomt binnen een kwartierstaat, en de voorouders boven die persoon in al die gevallen hetzelfde zijn.
Overzicht van alle voorouders van een persoon.
Zie kwartierherhaling.
Ander woord voor kwartierherhaling. Daarnaast ook gebruikt voor een ontbrekend deel van de kwartierstaat omdat een voorouder onbekend is.
De vorst die in de middeleeuwen en vroegmoderne tijd heerste over een bepaald gebied, zoals een graaf of hertog.
De vorstin die in de middeleeuwen en vroegmoderne tijd heerste over een bepaald gebied, zoals een gravin of hertogin.
Een stuk land of bezit dat door de eigenaar (leenheer) in leen werd uitgegeven aan iemand anders (de leenman). Onderdeel van het feodale stelsel [linken naar begrip Feodaal stelsel] (feudum is een Latijnse benaming voor leen), dat in de middeleeuwen ontstond.
De vorst, landsheer of edelman die een leengoed heeft uitgegeven aan een leenman. Onderdeel van het feodale stelsel (feudum is een Latijnse benaming voor leen), dat in de middeleeuwen ontstond.
De administratieve instelling die de uitgifte van leengoederen registreerde. Onderdeel van het feodale stelsel (feudum is een Latijnse benaming voor leen), dat in de middeleeuwen ontstond.
Iemand die een leengoed heeft ontvangen van de leenheer, bijvoorbeeld een stuk grond, en in ruil daarvoor militaire bijstand en persoonlijke trouw moest beloven. Onderdeel van het feodale stelsel (feudum is een Latijnse benaming voor leen), dat in de middeleeuwen ontstond.
Lid van een protestantse kerkelijke gemeente.
Geldhandelaars uit Italië, die in de middeleeuwen onder andere actief waren in Brabant, Holland, Limburg, Utrecht en Zeeland.
Afstamming in de vrouwelijke lijn.
Vrouwelijke doopgetuige die belooft de ouders bij te staan in de geloofsopvoeding van het kind (het woord is afgeleid van het Latijnse mater, dat ‘moeder’ betekent). Samen met de peter vervult zij de rol van peetouder.
Film/plaatje met negatieven van gefotografeerde archiefstukken of publicaties, die met een speciaal leesapparaat moeten worden bekeken.
Dienstplichtig soldaat.
Leger dat bestaat uit dienstplichtige soldaten (zoals gebruikt in de bron Militieregister.
Origineel exemplaar van een notariële akte.
DNA dat zich bevindt in de mitochondriën en alleen door de moeder wordt doorgegeven aan zowel dochters als zonen.
Overzicht van een afstamming via de vrouwelijke lijn (moeder, grootmoeder, overgrootmoeder, etc.).
Het (wetenschappelijk) onderzoek naar de betekenis, oorsprong, verspreiding en ontwikkeling van namen.
Officiële handeling waarbij een persoon of familie een familienaam aanneemt.
Officiële handeling waarbij een persoon of familie een extra familienaam toevoegt aan de eigen familienaam.
Officiële handeling waarbij een persoon of familie de voor- en/of familienaam laat wijzigen.
Nakomelingen van een persoon of echtpaar.
Verzameling van persoonskaarten en persoonslijsten van overleden personen die door het CBG|Centrum voor familiegeschiedenis wordt beheerd.
Het proces waarbij immigranten onder bepaalde voorwaarden de Nederlandse nationaliteit kunnen aanvragen.
Een kind dat buiten het huwelijk is geboren.
Lijst of tabel waarin oude adressen worden gekoppeld aan huidige adressen.
Zie Natuurlijk kind.
Zie Natuurlijk kind.
Onderzoeksmethode waarbij je persoonlijke herinneringen vastlegt met behulp van interviews. Ook wel mondelinge geschiedenis genoemd.
Zie Natuurlijk kind.
Het (wetenschappelijk) onderzoek van oude handschriften.
Overzicht van alle nakomelingen van een persoon of echtpaar (zowel in mannelijke als in vrouwelijke lijn).
Officiële vastlegging van een relatie zonder dat er een huwelijk wordt gesloten.
Verzamelnaam voor prominente niet-adellijke families met veel aanzien.
Afstamming in de vaderlijke lijn.
Een extra naam die is afgeleid van de voornaam van de vader en eindigt op ‘‑zoon’ of ‘‑dochter’ (of een afkorting daarvan).
Doopgetuige die belooft de ouders bij te staan in de geloofsopvoeding van het kind. Een mannelijke peetouder wordt peter genoemd, een vrouwelijke peetouder heet meter.
Kaart die vanaf 1939 tot oktober 1994 deel uitmaakte van de Nederlandse bevolkingsregistratie, en waarop naast de personalia, het beroep en de adressen van de houder ook de namen en soms de geboorteplaats en ‑datum van de ouders staan vermeld, evenals de namen en geboorteplaats en ‑datum van de kinderen.
Digitale opvolger van de persoonskaart, in gebruik vanaf oktober 1994.
Een huis waar lijdens aan de pest en andere besmettelijke ziekten in afzondering werden verpleegd, vaak gevestigd buiten de stadsmuren.
Mannelijke doopgetuige die belooft de ouders bij te staan in de geloofsopvoeding van het kind (het woord is afgeleid van het Latijnse peter, dat ‘vader’ betekent). Samen met de meter vervult zij de rol van peetouder.
inwoner van een stad die op basis van zijn of haar poorterschap bepaalde rechten en verplichtingen heeft. Dit poorterschap kon worden geërfd, gekocht of via huwelijk worden verworven.
Geboren na de dood van de vader.
Een bron geschreven of gemaakt door een oorspronkelijke auteur, dus geen kopieën, scans, interpretaties of afgeleiden.
De persoon die dient als uitgangspunt voor de kwartierstaat.
een schriftelijk verslag van feiten en omstandigheden die de opsteller persoonlijk heeft geconstateerd. Bij een rechtbank is het een verslag van wat er tijdens een zitting is gebeurd en wat er door de rechters, advocaten, officier van justitie en/of verdachten is gezegd.
Een woning voor een militaire opzichter, die diende als een soort militaire gevangenis. Ze waren vaak gevestigd in de bovenbouw van stadspoorten of in speciale torens.
Een lijst van stukken of bronnen die volgens specifieke criteria zijn geselecteerd en georganiseerd.
Juridische procedure waarbij huwelijkspartners officieel getrouwd blijven, maar niet langer samenwonen. Deze vorm van scheiding wordt dikwijls gekozen om religieuze of financiële redenen.
Aanvankelijk een regionale rechtbank, die zich later in de middeleeuwen ontwikkelde tot een politiek orgaan dat vergelijkbaar is met wat tegenwoordig een gemeente is. Schepenbanken waren de voorlopers van de tegenwoordige schepencolleges in België en de colleges van burgemeester en wethouders in Nederland.
Het centrale en onmisbare gedeelte van een familiewapen. De vorm kan variëren, maar is standaard rechthoekig aan de bovenzijde en halfcirkelvormig aan de onderzijde.
Bron afgeleid van een primaire bron, zoals een kopie, analyse of interpretatie, krantenartikel, etc.
Een gevangenis waar vrouwen die waren veroordeeld voor diefstal, bedelarij, prostitutie, dronkenschap of overspel dwangarbeid moesten verrichten (spinnen en naaien).
In de heraldiek een wapen waarin de afbeelding verwijst naar de naam van de drager, zoals een veld met bonen voor Boonstra of een knotwilg voor Knot.
Een vaste combinatie van een voor- en toenaam (bijnaam), en soms van een voornaam en patroniem, die in zijn geheel zowel in vrouwelijke als in mannelijke lijn kan vererven (hij ‘springt’).
Benaming voor het leger van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1588-1795).
Een registratie van de administratieve gegevens van militairen of ambtenaren, zoals personalia en het carrièreverloop.
Schematische weergave van familierelaties over meerdere generaties, dikwijls vormgegeven in een boomstructuur.
De eerste (bekende) moeder van een geslacht of stam.
Een overzicht van iemands voorouders in de rechte mannelijke lijn, ook wel vaderreeks genoemd.
De eerste (bekende) vader van een geslacht of stam.
Een alfabetisch overzicht van inschrijvingen in de burgerlijke stand of de doop-, trouw- en begraafregisters, met vermelding van het akte- en/of het folionummer. Er zijn een-, twee-, vijf- en tienjarige tafels, afhankelijk van de gemeente die ze opstelde.
Omzetting van (oude) handgeschreven teksten naar getypte of beter leesbare teksten.
Een huwelijk sluiten tussen een aanwezige en een afwezige partner, waarbij de laatste werd vertegenwoordigd door een gevolmachtigde.
Onrechtmatige toe-eigening van een familiewapen.
Zie Stamreeks.
Specifieke graad van bloedverwantschap, waarbij een huwelijk bij wet verboden is, bijvoorbeeld ouder-kind of broer-zus.
Het geven van de geboortena(a)m(en) van een ouder of grootouder aan een pasgeboren kind.
De band tussen twee of meer personen, ofwel door directe afstamming (bloedverwantschap), ofwel door huwelijk (aanverwantschap).
De mate van bloedverwantschap tussen twee of meer personen. De graad wordt bepaald door het aantal geboorten dat de bloedverwantschap heeft veroorzaakt.
Een vrouwelijke voorouder, zoals overgrootmoeder, betovergrootmoeder, oudmoeder.
Geboorte- of roepnaam.
Fotografisch of schematisch overzicht van (bekende) voorouders.
Een mannelijke voorouder, zoals overgrootvader, betovergrootvader, oudvader.
In Nederland een alleensprekende rechter die in de periode van 1811 tot 1838 recht sprak in zaken met betrekking tot onroerend goed, arbeidsovereenkomsten, familie- en erfrecht, etc., vergelijkbaar met de huidige kantonrechter.
Rechtspraak in zaken waarbij geen sprake is van een juridisch geschil, zoals bij ondercuratelestelling of de benoeming van een voogd. Ook voluntaire of oneigenlijke rechtspraak genoemd.
In Nederland is iedereen gerechtigd een familiewapen te voeren. Het gebruik van andermans familiewapen wordt – zolang er geen aantoonbare verwantschap is – gezien als een onrechtmatige daad en druist in tegen het gewoonterecht.
Het (laten) inschrijven van een familiewapen in een wapenregister.
Een bestuurscollege dat vanaf de 14e eeuw tot 1810 belast was met het toezicht op het beheer van de bezittingen van minderjarige wezen. In 1810 werden de taken van de weeskamers overgenomen door de nieuwe rechterlijke organisatie, waarna ze tot 1852 een slapend bestaan bleven leiden.
Het geven van een wettige status aan een buitenechtelijk kind door middel van erkenning en toestemming van beide huwelijkspartners.
Ineengedraaide lappen stof van afwisselend kleur (rood, blauw, groen, zwart) en metaal (goud, zilver) die de overgang vormen tussen de helm en het helmteken op een familiewapen.
het DNA op het Y-chromosoom dat van vader op zoon wordt doorgegeven.
Een dienstplichtige bij de marine.
In 1861 deed de paus een oproep aan katholieke jongeren om in de hele wereld te helpen de pauselijke staat verdedigden tegen de Italiaanse nationalisten. De vrijwilligers die zich aanmeldden staan bekend als zouaven. Van de 11.000 militairen die het regiment uiteindelijk telde, vormden de Nederlanders met ruim 3.100 man de grootste groep.