Als je binnen de website wiewaswie.nl de kans op resultaat wilt vergroten, kun je met een Premiumtoegang gebruikmaken van de zogenoemde ‘Wildcards’. Hiermee geef je aan dat je niet precies weet welke letters op een plek moeten staan. Daardoor vind je meer spellingsvarianten van een naam of plaats. Ik zocht dus op Wei*ent*el, en ja hoor: 51 resultaten! Een van de bronnen is de overlijdensakte van Elisabeth. Op 76-jarige leeftijd overleed zij in Appingedam, waar zij volgens de akte ook geboren was. Ik vond nog geen aanwijzing voor een Duitse herkomst, ondanks de klank van de familienaam. Ook kwam ik helaas niet direct een generatie verder; de ouders van Elisabeth waren bij de aangevers van haar overlijden (twee goede bekenden) niet bekend.
In de overlijdensakte wordt zij Elizabeth met een ‘z’ genoemd. Ook haar tweede naam en familienaam zijn anders: Fredriks in plaats van Fridriks en Weissentufel in plaats van Weissenthuivel. Ook zie ik de spellingen ‘Weitzentofel’, ‘Weissentussel’ en ‘Weissentüfel’ voorbijkomen. Op de website allegroningers.nl vind ik ook nog de variatie ‘Lijzabeth Fridrik Weissentuffel’. Ik heb nog geen bewijs dat al deze bronnen gaan over mijn voormoeder, maar het is opvallend hoeveel variaties er voorkomen.
Het is geen uniek verschijnsel. Al eerder schreef het CBG er een artikel over: ‘Naamsveranderingen hebben iets weg van de wijzigingen in DNA: de rode draad blijft hetzelfde, maar per generatie kunnen kleine variaties voorkomen.’ Het zou kunnen verklaren waarom in de bronnen over Elizabeth meerdere spellingen werden gebruikt. Je moet je realiseren dat het bijhouden van de bevolkingsadministratie mensenwerk was. Zo gingen ambtenaren bijvoorbeeld bij een volkstelling langs bij elk huishouden om de samenstelling te noteren. Vaak waren inwoners laaggeletterd of konden zij zelfs helemaal niet schrijven, waardoor zij niet (goed) konden controleren of de ambtenaar de naam wel goed had gespeld.
Daarnaast was het vóór de invoering van de burgerlijke stand in 1811 niet vreemd als er spellingsvariatie was; er waren nog helemaal geen standaarden voor het schrijven van familienamen. Ook bij immigranten ging het nog wel eens fout; de onbekende familienaam werd in een Nederlandse of meer fonetische variant opgeschreven. Zou dat misschien het geval zijn geweest bij mijn voormoeder Elisabeth?
Begrijpen hoe een bron tot stand is gekomen helpt mij beter te weten hoe ik moet zoeken. Akten uit de burgerlijke stand bijvoorbeeld, zijn stuk voor stuk geschreven – en later uitgetypt – door mensen. Hierdoor komen er ook menselijke fouten in voor. Met dit in mijn achterhoofd zoek ik rustig verder.